Kung Fu Volwassenen (aanvullend wapens en handvormen)

Kung Fu Volwassenen (aanvullend wapens en handvormen)

Wapens binnen de Kung Fu

Binnen de Kung Fu worden veel verschillende soorten wapens gehanteerd. Sommigen al eeuwen oud en anderen nog vrij recent. Allen echter zeer doeltreffend in de handen van een goed geoefende Kung Fu beoefenaar. Hier vind je een aantal beschrijvingen en achtergronden van wapens die wij binnen de school hanteren. 

De tijgervork (Hu Cha) of drietand

In China gebruiken ze geen vorken maar Kuaizi, bij ons beter bekend als Chopsticks of stokjes. Het Chinese woord voor vork is Cha en wordt zelden aan de eettafel gebruikt. Cha heeft meerdere betekenissen zoals een splitsing in een rivier of weg, een split in een jurk en zelfs het spreiden van de benen, maar meestal wordt het  gebruikt als eetgerei. Het is echter ook bekend als een van de traditionele wapens in de Kung Fu sport. Oudheidkundig onderzoek heeft uitgewezen dat de Chinese vork terug gaat tot de Zhou Dynasty (1111-403 voor Christus). Dit was de Cha Pa, een vork die door de boeren werd gebruikt tijdens het bewerken van het land. Er zijn drie verschillende vorken: boerenvork, vechtvork, en de vissersvork. De boerenvork, of te wel hooivork,  heeft een uiteinde die je kunt vergelijken met het uiteinde van een schep. Visvorken hebben weerhaken en aan het uiteinde een ring waar een touw aan bevestigd kan worden. Vechtvorken hebben meerdere variaties. Waarschijnlijk gaat de historie nog veel verder terug. Maar de eerste documentatie over het gebruik van de vechtvork tijdens militaire gevechten dateert uit het Ming Dynasty (1391-1911). Zoals met veel Chinese voorwerpen bestaan er veel variaties van de Cha zo is er de Ma Cha (paardenvork). Deze is lang en heeft de vorm van een lans. De Fei Cha is beter bekend als de vliegende vork, deze is klein, smal en lijkt meer op een speer. Een vechtvork kan twee of drie tanden hebben de twee tand heeft de naam Niu Jiao Cha (Oshoornvork) daar  in tegen heeft de drietand meerdere namen. De San Gu Cha (drietandvork), San Jiao Cha (driehoornvork) en de San Toa Cha (driehoofd vork). Zij hebben de verzamelnaam Trident wat Latijn is voor drietand. Kung Fu praktiserende geneesheren noemen de vork Hu Cha (tijgervork). De vork kreeg deze naam in de tijd dat de tijgers nog door China zwierven. De tanden van een tijgervork staan vrij ver uit elkaar zodat ze de tijger goed in bedwang kunnen houden en tegelijkertijd met de scherpe punten kunnen steken. Een populaire methode voor de Kung-fu jager was om de vork in een hoek al steunend op de grond op de tijger te richten. Deze verdedigingsmethode had als voordeel dat de tijger alvorens de jager te bereiken zichzelf spietste. Deze technieken worden nog steeds door de tijgervorkvechters beoefend.

De vechtersvork is een wereldwijd gevreesd wapen. De Griekse en  Romeinse goden, Neptunus en Poseidon leenden de weerhaakvorken van vissers. De Hindu God, de verwoestende Shiva, gebruikte ook een vork. Toen de hippies met hun vredesteken naar India kwamen zagen de Shiva aanhangers het vredesteken als de ‘trident’ van hun meester en verwelkomde de hippies als verwante geesten. De vork is ook het wapen van Satan en er is een theorie dat de drietand het symbool  is voor bespotting van de drie-eenheid van de openingen van het vrouwelijk geslacht. Andere geloven dat het de Christelijke tegenstelling is van het Neptunus en Poseidon symbool aangezien Satans vork weerhaken heeft is de vork als die gebruikt door de vissers onhandelbaar in de vurige hel.

 De toepassingen

 Als elk ander wapen is de tijgervork ontworpen voor juist en gepast gebruik. Zijn tanden kunnen een val zetten en ontwapenen. Wanneer het vijandig wapen is gevangen tussen de tanden van de vork, kan men hem dwingen het wapen te laten zakken. Met deze actie is het makkelijk om het wapen uit de tegenstanders handen te krijgen. Naast het steken kan de tijgervork plat worden gezwaaid of er kan worden gehakt met de zijkant. Een platte slag heeft meer impact, je kunt het vergelijke met een slag van een schep. Het hakken heeft impact op een kleiner oppervlakte en je kunt dit vergelijken met het slaan van een bijl. Deze methode is sneller en verwoestender.

De tijgervork heeft een verschrikkelijk verleden met zijn connecties tot heidense goden, de verwoestende Shiva  en Satan en laten we niet vergeten het afslachten van een uitstervende diersoort. Maar nog steeds wordt er bij de Kung Fu sport een beroep gedaan op de grote selectie wapens. Van boerenhooivork tot vis harpoen, de Kung Fu vechter zag de verdedigende en de aanvallende kant van elk wapen. Dit benadrukt de fundamentele kwaliteit van Kung Fu in connectie met de dagelijkse levensstijl van de gewone mens terwijl andere stijlen vaak gelimiteerd zijn en alleen toegankelijk voor de exclusieve vechtersklasse. Dit is weer een reden waarvoor de historische tijgervork altijd een speciale plaats in de collectie van Kungfu wapens zal hebben. 

De speer (Qiang)

De Chinese speer (qiang) wordt beschouwd als het oudste militaire wapen in China. Het werd origineel ontworpen voor de ruiters. Pas later (400vChr.) werden 2.7 en 5.4 m lange speren in gebruikt genomen door het militaire voetvolk. In tegenstelling tot de speren die in andere delen van de wereld werden gebruikt, werd de Chinese speer niet ontworpen om te werpen. De technieken die werden ontwikkeld hingen sterk af van het soort speer en de lengte. Elke ‘model’ speer had zijn eigen technieken. Er zijn gehoekte , dubbel gehoekte, golvende en andere vormen speren. Er was en is een zeer grote variëteit. De eerste speren die ontstonden waren bamboe stokken met daaraan een punt geslepen. Pas later werd er een ijzeren punt op geplaatst die aan beide kanten scherp was. De vorm van de speer was nogal afhankelijk van de dynastie waarin het zich bevond. Vele militairen verkozen de speer als wapen door zijn technieken en toepassingen die meestal stukken beter waren dan die van de andere toen gebruikelijke wapens.

Heel kenmerkend aan een speer zijn de rode haren (de baard) net onder de speerpunt. Er zijn verschillende redenen gevonden waarom dit, meestal rood geverfde, paardenhaar eraan werd bevestigd. Allen zullen zeker wel een kern van waarheid bevatten :

  1. De haren zorgden voor verwarring bij de tegenstander tijdens een gevecht.
  2. De haren voorkwamen dat (bij het steken van een tegenstander) bloed langs de stok naar beneden kon komen. Het bloed zou de speer zeer ‘glibberig’ maken zodat het moeilijk werd om deze degelijk vast te houden.
  3. Tijdens relatieve rustige periodes werden er wedstrijden gehouden in militaire kampen en kon men zo beter de technieken zien die met de speer werden uitgevoerd. Een speerpunt alleen was heel moeilijk te volgen tijdens de snelle bewegingen, vandaar het rode paardenhaar.

De speerstok die wij kennen is gemaakt uit wit wax hout. De Chinese naam voor deze is stok is Bai (Wit) La (Wax) Gan (stok). Deze houtsoort werd tot voor de Qing Dynastie nooit gebruikt. Dus de speren die op het slagveld werden gebruikt bestonden niet uit wax hout maar eerder uit een tropische (hard)hout soort of gelamineerd bamboe of rotan  (wat de stok zeer sterk en toch flexibel maakte). Wax hout is te zacht en flexibel om op het slagveld te gebruiken, het kan overigens geen slag van een zwaard opvangen zonder te breken of op een andere manier stuk te gaan. Ook wanneer men er een tegenstander mee zou slaan, zou die bij lange na niet hetzelfde effect geven als dat met een hardere (en niet zo flexibele) houtsoort zou gebeuren. 

Het rechtzwaard (Jian)

De geschiedenis

Vaak wordt er aangehaald dat de traditionele beoefenaars 3 jaar nodig hebben om stok of breedzwaard aan te leren en voldoende te beheersen. Bij speer en het rechtzwaard ‘plakt’ men er een tijd van 10 jaar aanvast. Deze uitspraak mag natuurlijk niet letterlijk worden genomen maar het geeft wel duidelijk weer dat men voor het goed beheersen van een speer of rechtzwaard (Jian) langere tijd nodig heeft. Hoe dan ook, welk wapen je ook verkiest en afgezien van de moeilijkheidsgraad die je wil bereiken, een sterke en goede basis is nodig om je wapenvaardigheden verder uit te bouwen.

Door de eeuwen heen heeft het rechtzwaard gediend als wapen voor oorlogsvoering, training, plezier, vermaak, dans, opera, ceremonie, etc. De eerste rechtzwaarden verschenen reeds rond de 7 eeuw voor Chr. Omstreeks 496 voor Chr. Tijdens het regeren van Wu & Yue bleek het rechtzwaard ook de gelijke kansen tussen man en vrouw dichter bij elkaar te brengen daar een vrouwelijke zwaardmeester ,Yue Nu genaamd, door de toenmalige koning werd aangenomen om zijn soldaten te trainen. In de latere Han Dynastie (25 voor tot 200 na Chr.) werd vooral het zwaarddansen en het ritueel & ceremonieel dragen van een jian (rechtzwaard) door de keizer en hoog geplaatsten populair. In Zhengzhou (provincie Henan) werden stenen gravures terug gevonden uit de Han periode waar het schermen met rechtzwaarden en het gevecht tussen rechtzwaard en speer op stonden afgebeeld. Tijdens de Strijdende Staten periode diende het rechtzwaard vooral als entertainment, welke nu eigenlijk nog bestaat in de vorm van het moderne wedstrijdgerichte Wushu. Het is elegant, sierlijk en vloeiend maar het martiale is soms nog ver te zoeken.