Wat doet Tai Chi
Tai Chi Chuan (Yang-stijl) versterkt de gehele musculatuur, waardoor we een recht opwaartse rughouding aannemen. Hierdoor krijgen we tussen de wervelschijven meer ruimte en dat is weer noodzakelijk om het zenuwstelsel goed te laten functioneren. De oefeningen van Tai Chi zijn zo samengesteld dat ze de levenskracht (Qi of Chi) aansporen door het lichaam te stromen en blokkades in de meridianen tegen te gaan. Qi is vitale energie en meridianen zijn kanalen in je lichaam waardoor de Qi (energie) stroomt.
De filosofie van Tai Chi is afgeleid van het Taoïsme. De belangrijkste aspecten zijn de bewegingen, ademhaling, de zachtheid en innerlijke kalmte, waarbij de buikademhaling van essentieel belang is, waardoor bloeddruk en hyperventilatie vermindert en de mens meer in balans komt. Dit alles heeft een opbouwend effect voor het zenuwstelsel. Onrust wordt omgezet in rust.
Als men Tai Chi beoefent, richt men de aandacht op het volgende:
Ogen | zijn alert en volgen de bewegingen van je handen. |
Neus | adem rustig in door de neus. |
Hoofd | het hoofd wordt rechtop gehouden alsof er een draad aan de kruin zit. |
Kin | deze trek je iets in, zodat de kruin omhoog komt. |
Heupen | visualiseer dat 75% van je gewicht zich onder de heupen en 25% zich er boven bevindt |
Knieën | zijn nooit op slot en komen niet voorbij je tenen. |
Schouders | zijn ontspannen zodat de energie niet omhoog trekt. |
Mond | de tanden en lippen houd je dicht op elkaar en de punt van de tong ligt tegen het gehemelte. |
Handen en vingers | zijn licht gestrekt en staan iets uit elkaar. |
Polsen | zijn bijna gedurende de gehele vorm gestrekt waardoor de chi goed naar de vingertoppen kan stromen. |
Armen | de ellebogen en de polsen moeten ontspannen zijn. |
Rug | de onderrug moet je het gevoel geven dat hij omlaag zakt, dus kantel het bekken alsof je gaat zitten. |